Nieuws

SDE+ van 1,7 naar 3 miljard

In 2012 was het budget 1,7 miljard. Een forse verhoging is ook nodig want het doel van Nederland voor 2020 is verhoogd van 14 naar 16 procent eindverbruik.  De vastgelegde miljarden zullen niet in 2013 worden uitgegeven maar over een periode van 15 jaren omdat de steun gegeven wordt voor daadwerkelijk geproduceerde energie. Exploitanten krijgen subsidie gedurende een looptijd van 12 tot 15 jaren.

Minister blij met groene warmte
Kamp is blij met de introductie van groene warmte in SDE+: ‘De SDE+ heeft laten zien dat het potentieel voor duurzame energie breder is dan alleen elektriciteit. Waar voorheen de nadruk lag op stimulering van elektriciteit kreeg in 2011 groen gas een grotere rol. In 2012 is hernieuwbare warmte opgenomen in de SDE+ en ook hiervoor bleek veel animo te zijn. De komende jaren wil ik dan ook al deze energie vormen blijven benutten en laten concurreren binnen de SDE+.’
Minister Kamp benadrukt in zijn brief het belang van een stabiele regeling en beperkt daarom wijzigingen t.o.v. 2012 tot een minimum.

Concurrentie door gefaseerde openstelling
Evenals in 2012 wordt komend jaar de SDE+ in fasen opengesteld. De SDE+ is gericht op kosteneffectiviteit en EZ laat de opties met elkaar concurreren wat gunstig is voor duurzame warmte. Het basisbedrag is in 2013 in de eerste fase lager dan in 2012. Er wordt een extra fase toegevoegd om aanvragers die het kostenniveau van deze eerste fase net niet halen, een kans te geven.

Nu ook gebruikte ketel en WKK voor biogas
Tot nu toe was men in de SDE+ verplicht om te investeren in nieuwe opwekinstallaties. Vanwege kosteneffectiviteit mag men in 2013 ook aanvragen indienen voor gebruik van biogas in bestaande ketels en WKK. Invoeding van duurzame elektriciteit hoeft ook niet meer in het openbare net. Dat geldt ook voor al afgegeven beschikkingen in 2012 en voorgaande jaren.

Extra categorie geothermie > 2.700 m
Gebleken is in 2012 dat de verschillen voor thermisch vermogen afhankelijk van de locatie, groot zijn bij geothermiebronnen. Op advies van ECN, KEMA en TNO zijn de bedragen voor 2013 aangepast. Er komt een afzonderlijke categorie voor boringen dieper dan 2.700 meter.

Energie duurder door financiering SDE+ 2013
Eerder werd de productiesubsidie voor duurzame energie betaald vanuit het budget van het ministerie van EZ. In 2013 wordt de SDE+ gefinancierd met een opslag op de energieprijs.

Eindadvies basisbedragen 2013
Het eindrapport ( Eindrapport ECN en KEMA.pdf) van ECN en KEMA voor de basistarieven in de SDE+ is nu beschikbaar op de website van ECN. Dit document geeft inzicht in de kostenstructuur van verschillende technieken. Het basistarief is de kostprijs van duurzame energie; de subsidie in de SDE+ is het basistarief minus de marktwaarde van het product.

Uitvoering AgentschapNL
De aanvragen voor subsidie worden behandeld door AgentschapNL. De eerste fase van de SDE+ 2013 wordt op 4 april 2012 opengesteld.

Subsidie en basistarief
In de brief van minister Kamp worden basistarieven vermeld. De gemiddelde productiekosten over een lange termijn van een vorm van duurzame energie worden weergegeven in het basistarief. De susbsidie van SDE+ is het basistarief minus de marktwaarde van het product. Voor windenergie en zonnestroom is dat de waarde van teruglevering van elektriciteit aan het net. Voor groene warmte hanteert men de aardgasprijs voor grootverbruik waarbij men voor warmte uit WKK een forfaitaire correctiefactor van 0,7 hanteert.
De marktwaarde wordt jaarlijks achteraf vastgesteld. De subsidie varieert dus van een jaar tot jaar in de SDE+ en kan bij stijging van de marktwaarde gedurende de looptijd (12 tot 15 jaren) op nul uitkomen. Het eindadvies van ECN en KEMA voor de basistarieven in de SDE+ 2013 is nu beschikbaar op de website van ECN. Dit document geeft inzicht in de kostenstructuur van de verschillende technieken en de berekening van de marktwaarde van elektriciteit, groen gas en warmte.